Dieren fotograferen: 94 tips

Dieren fotograferen is een populaire vorm van fotografie. Het is niet alleen ontzettend leuk, maar ook inspirerend en uitdagend. Dieren zitten niet stil en laten zich meestal niet sturen. Het vraagt dus net een stapje meer van de fotograaf. Maar dat maakt dieren juist prima om te oefenen en het geeft veel voldoening als je betere foto’s gaat maken.

Hieronder tips voor de beginnende en wat meer gevorderde dierenfotograaf.

Voor je verder leest raad ik aan om Gratis de 10 Bouwstenen van Betere Fotografie te Downloaden >>(klik op het geel). Ontdek de 10 onmisbare stappen voor betere fotografie. Ontvang ook gratis het Bonus E-book Ontdek de Creatieve Lens (prachtige creatieve onscherpe achtergronden  of dierportretten voor heel weinig geld;géén verkoop van lenzen), tips over camera-instellingen en boordevol inspirerende voorbeeldfoto’s met duidelijke uitleg.

Goed om te weten, alle adviezen over camera’s & lenzen op dit blog zijn 100% onafhankelijk. Geen belangen bij je aankoop, geen links naar of banden met camerawinkels. Omdat het heel moeilijk blijft keuzes te maken kan jij gratis persoonlijk aankoopadvies krijgen. Er zijn 3500 persoonlijke reacties op het blog.

Inhoudsopgave

Oefen veel

1) Zoals gezegd zijn dieren niet het makkelijkste onderwerp. Ze gaan meestal niet keurig stil zitten voor de foto. En ook de omstandigheden waarin je fotografeert zijn moeilijk te sturen. Het is dus van groot belang dat je snel in kunt spelen op de situatie om de mooie momenten te fotograferen.

2) Hier is de belangrijkste tip: oefening baart kunst. Oefen veel, vooral als je net begint met dierenfotografie. Bedenk wat je precies wilt en werk daar langzaam naartoe in kleine stapjes. Zodat het leuk blijft en je er stap voor stap steeds meer handigheid en plezier in krijgt.

3) Besef dat je vooral in het begin niet de meest interessante foto’s zal maken. Dat is helemaal niet erg. Evalueer jezelf. Kijk serieus naar je foto’s en wat er de volgende keer beter zou kunnen. Je leert het meeste door te kijken. Je kunt nog een stapje verder gaan door iemand anders je foto’s te laten beoordelen. Dan heb je weer een ander perspectief en een andere mening.

4) Heb geduld en vertrouw er op dat de foto’s zeker beter gaan worden naarmate je meer oefent. Je doet ervaring op waardoor je gedrag steeds beter gaat leren voorspellen. En euforie is dan extra groot als het gelukt is zoals je wilde.

Prachtige foto door cursist Bram van Boven

Niet te moeilijk

5) Maak het je in het begin vooral niet te moeilijk. En zoek het niet te ver weg. Als je de lat meteen te hoog legt en het wil niet lukken kan je ontmoedigd raken en het opgeven. Begin klein en simpel en zorg vooral dat je er plezier aan beleeft.

6) Ga bijvoorbeeld eens naar de plaatselijke kinderboerderij. De meeste dieren zijn gewend aan mensen en zijn redelijk tam. Je kunt dus dichtbij komen en meestal blijven ze nog wel een tijdje zitten. Zo kun je rustig je tijd nemen om te oefenen.

7) Misschien zijn er jonge dieren die lopen te dartelen door de wei. Dit maakt het net weer een stapje uitdagender en zo kun je spelenderwijs oefenen met dieren die meer bewegen.

8) Je kan het nog dichter bij huis houden. Misschien heb je zelf wel huisdieren. Of heeft bijvoorbeeld je buurman of buurvrouw een leuke hond of kat. Huisdieren zijn mensen gewend en laten zich vaak wel een beetje sturen. Vooral als het huisdier bekend is met je zijn huisdieren prima om te oefenen.

9) De dieren die in de tuin zitten of in het park zijn meestal ook niet zo schuw. Dat maakt ze prima geschikt om te fotograferen. Je kunt ze zelf nog lokken met wat verantwoord voer als dat is toegestaan. Wil je meer weten over vogels (in je tuin) fotograferen check dan het blog vogels fotograferen

10) Tot slot is er nog de dierentuin. Hier kun je dicht in de buurt komen van (wilde) dieren en veel foto’s maken. Een perfecte plek om te oefenen en jezelf uit te dagen dus. O ja, als je echt gaat om foto’s te maken dan adviseer ik je het liefst alleen te gaan of met iemand samen die ook fotografeert. Het is voor het gezin niet zo gezellig als je alleen maar door je camera loopt te turen 😉 Check ook mijn blog over dierentuinfotografie voor meer tips.

Huisdieren zijn een geliefd onderwerp. Hier fotografeerde ik een prachtige kitten op locatie…

Dieren benaderen

11) De manier waarop je dieren benadert is erg belangrijk. Als ze zich niet op hun gemak voelen dan krijg je nooit een ontspannen houding van het dier. Als dieren zich vrij voelen kun je ook bepaald gedrag fotograferen waar je anders niet de kans voor krijgt. Dit is dus erg van belang bij het fotograferen van dieren.

12) Voor huisdieren geldt dat het fijn is als het huisdier je al kent. Als je je eigen huisdier fotografeert of die van een buurman of familielid dan is het die natuurlijk al bekend met je. Als het dier nog niet bekend is met je maak dan eerst kennis en neem daar alle tijd voor. Wil je meer weten over huisdieren fotograferen zie dan mijn andere blogs over kattenfotografie en honden

13) Bovenstaande geldt ook voor dieren van bijvoorbeeld de kinderboerderij. Zorg dat je eerst een tijdje bij het dier of de dieren in de buurt bent voordat je foto’s gaat maken. Geef desnoods even een knuffel of laat ze aan je hand ruiken. Zo maak je kennis en wordt je eerder geaccepteerd.

14) Bij de meeste dieren, vooral bij kleineren dieren, geldt dat het goed is om je klein te maken. Ga op je hurken zitten of zelfs op de grond. Zo kom je minder dreigend over en voelt het dier zich veiliger bij je. Als je een tijdje rustig zit zal je ook merken dat dieren steeds een stapje dichterbij komen.

15) Ga niet sluipen. Vooral voor wilde dieren kan dit overkomen als roofdierengedrag en dat schrikt af. Beweeg je wel rustig en langzaam. Maak geen directe bewegingen en hou je armen zo veel mogelijk laag. Ook oogcontact kan voor sommige dieren, zoals honden en apen, bedreigend over komen. Vermijd dit dus zo veel mogelijk.

16) Bij dieren die redelijk gewend zijn aan mensen kun je op een rustige manier zachtjes een beetje praten tegen ze. Vaak vinden dieren dit fijn en stelt het ze gerust. Ga nooit hard praten en maak geen herrie.

In het prachtige Finse landschap fotografeer ik graag beren… Een geweldige omgeving

Gedrag

17) Let goed op het gedrag van de dieren die je benadert. Dieren laten vaak merken of ze je aanwezigheid accepteren of dat ze zich totaal niet prettig voelen.

18) Let op de houding van dieren. Kijkt een dier plotseling op en blijft hij bijna als versteend stokstijf staan dan is dat een teken dat ze alert zijn en dat je waarschijnlijk te dicht bij bent. Blijf dan stil staan of maak je klein. Je kan ook voorzichtig wat stapjes terug doen.

19) Blijf het dier observeren. Zie je het dier zich weer ontspannen en gaat hij verder met zijn bezigheden dan heb je genoeg afstand en accepteert het dier je aanwezigheid. Als je op een afstandje rustig blijft zitten is er een kans dat het dier zich zo op zijn gemak voelt en aan je aanwezigheid went dat het  vanzelf dichterbij komt.

20) Je kunt dan eventueel nog een stapje dichterbij doen. Maar let op dat je niet over de grens gaat waarbij het dier zich onprettig gaat voelen.

Vooral gedrag zoals eten, een bad nemen en zich wassen geeft aan dat een dier zich op zijn gemak voelt.

Gave actiefoto van cursist Helma van der Hamsvoord

Niks forceren

21) Heb altijd respect voor de dieren waar je mee werkt en ga absoluut niks forceren. Als je merkt dat een dier bang is of weg wil laat het dier dan met rust. Dit geldt voor zowel huisdieren als dieren in het wild.

22) Als je huisdieren fotografeert en je merkt dat een dier achterdochtig is of na een tijdje foto’s maken weg wilt gaan, laat het dier dan met rust. Ga rustig zitten en observeer of het dier tot rust komt en je toe wilt laten. Kom anders een andere keer terug.

23) Als je toch door blijft gaan om nog “die ene foto te maken” dan is de kans groot dat het dier zijn vertrouwen kwijtraakt en dat hij fotograferen als niet zo plezierig gaat ervaren. Dat ontneemt je de kans om een ontspannen dier te fotograferen die natuurlijk gedrag vertoont. En bovendien kan het dier de camera gaan associëren met iets onprettigs en dat wil je uiteraard niet.

24) Ook voor wilde dieren geldt dat forceren uit den boze is. Ga absoluut nooit achter een dier aanjagen. Buiten dat het dier het niet prettig vindt kan het zelfs een kwestie van leven of dood betekenen. Als een dier schrikt kan het plotseling een kant uit schieten. Bijvoorbeeld naar de weg.

25) Als je een dier in het nauw drijft of achtervolgt en het dier heeft het gevoel geen kant op te kunnen dan kan het dier agressief reageren om weg te komen. Zorgt dat een dier altijd de ruimte heeft om weg te kunnen als hij dat zou willen. Let hier steeds goed op tijdens het fotograferen.

26) Net als mensen en huisdieren hebben ook wilde dieren hun eigen karakter. Sommige dieren zijn bang of schrikachtig. Als je dat merkt laat het dier dan met rust. De kans is klein dat het tot rust komt als je langer in de buurt blijft.

27) Dieren die kalm reageren zijn eerder bereid om je aanwezigheid te accepteren en hun natuurlijke gedrag te vertonen. Als je zelf ook rustig blijft en je tijd neemt dan zal dat zeker te zien zijn op je foto’s. Dan zal het dier een ontspannen indruk maken.

Camouflage

28) Sommige dieren zijn van nature erg schuw en op hun hoede. Denk bijvoorbeeld aan vogels en herten. Om deze dieren zo min mogelijk stress te laten ervaren en ze toch mooi te kunnen fotograferen kun je je het beste camoufleren.

29) Vooral als je dicht bij wil komen is camouflage een perfecte oplossing. Je gaat op in de omgeving en het dier merkt niet of nauwelijks dat er iemand aanwezig is. Het dier zal ontspannen zijn of haar natuurlijke gedrag vertonen terwijl jij dat in alle rust kan observeren en fotograferen.

30) Camoufleren kan op verschillende manieren. Zo kun je speciale kleding kopen. Van jas tot broek, tot bivakmuts en handschoenen. Als je stil gaat zitten zal je amper opvallen. Maar even gaan verzitten of bewegen is er niet bij. Dus het kan oncomfortabel zijn.

31) Een andere manier is op een camouflagenet op te hangen en er achter gaan zitten. Maak een gat voor je lens en steek deze er doorheen. Zo val je nauwelijks op en ga je mooi op in de omgeving. Nadeel is dat je zicht op de omgeving vrij beperkt is.

32) Tot slot kun je gebruik maken van een schuiltentje. Meestal gaat het dan om een eenpersoons tentje die je in het veld kunt zetten. Er zitten aan meerdere kanten openingen waar je je lens doorheen kan steken.

Schuilhutten

33) Schuilhutten of kijkhutten zijn openbare of privé huisjes die permanent op een plek staan en waar je vanuit kunt fotograferen en observeren. Omdat het al een vaststaand object is in de omgeving hoeven dieren er niet aan te wennen en zijn ze vaak goed te zien.

34) In veel natuurgebieden staan openbare kijkhutten. Het zijn vaste huisjes waar je naar binnen kunt. Er staan meestal banken of stoelen waar je kunt gaan zitten en er zijn verschillende gleuven waardoor je kunt kijken en waar je je camera door kunt steken om te fotograferen. Meestal is de omgeving er omheen zo ingericht dat het aantrekkelijk is voor bijvoorbeeld vogels.

35) Dan heb je nog privé schuilhutten. Mensen die hun eigen schuilhut hebben gebouwd die permanent op een plek blijft staan. Meestal in een gebied dat normaal gesproken niet toegankelijk is voor publiek. De omgeving wordt aantrekkelijk gemaakt door bijvoorbeeld een poeltje met water en door regelmatig te voeren waardoor dieren vaak terug komen. Deze hutten kun je huren.

Kijk voor meer informatie bijvoorbeeld bij mijn blog over roofvogels fotograferen

Hoe cliche het ook mag zijn, het is moeilijk om jonge dieren niet leuk te vinden… Hier fotografeerde ik de welpen van de bruine beer in Finland

Compositie

36) Bij dieren, en trouwens ook bij mensen, is het vaak mooi als je ruimte over laat in de kijkrichting. Als een dier bijvoorbeeld naar rechts kijkt dan plaats je hem links in de foto. Als een dier naar boven kijkt dan laat je meer ruimte aan de bovenkant. Zo kijkt het beeld prettig en geeft het niet de indruk dat het dier tegen een “muur” aankijkt.

37) Er zijn natuurlijk uitzonderingen. Als een dier je recht aankijkt dan kan het juist krachtig zijn om het dier in het midden te zetten. Je kan kiezen voor een portret. Dit is ook mooi bij huisdieren. Maar je kunt er ook voor kiezen om meer van het dier of de omgeving te laten zien.

38) Als je een dier in zijn geheel fotografeert, let dan ook goed op de achtergrond. Daar kunnen ook veel afleidende elementen in zitten. Zorg wel dat je duidelijk blijft zien dat het dier je onderwerp is en een hoofdrol heeft.

39) Als het graat om groepen dieren let dan vooral op dat er geen half afgesneden dieren op de foto staan. Dat zou wel sneu zijn 😉 Als je de groep als geheel wilt laten zien let dan vooral op dat de foto niet te rommelig wordt en dat het een geheel is.

40) Om een rustig beeld te creëren kun je er ook een enkel individu uit pikken. Door met een laag F-getal (groot diafragma) te werken blijft de rest van de groep wel zichtbaar maar vallen ze iets buiten de scherptediepte. Zo wordt het oog van de kijker naar het scherpe dier getrokken.

Houd je ook van dierportretten? Download gratis mijn Snelgids Ontdek de Creatieve Lens >> (klik op het geel) Dit is betaalbaar en mijn beste advies voor dierportretten (geen verkoop van lenzen en ook geen enkel belang bij een eventuele aankoop). 

Standpunt

41) Voor dieren geldt dat je vaak de mooiste en meest sprekende foto’s maakt als je op ooghoogte bent. Dit heeft meerdere voordelen. Bijvoorbeeld dat een dier zich meer op zijn gemak voelt.

42) Als je foto’s vanaf een hoger standpunt maakt kijk je op een dier neer. Gemiddeld genomen is dit perspectief wat minder voor je foto’s en er zijn ook dieren die het helemaal niet prettig vinden als je zo direct boven ze staat. Sommige dieren kunnen er bang van worden en weg lopen.

43) Als je dieren fotografeert die kleiner zijn dan jij zelf, zoals huisdieren of vogels in het park, ga dan door je knieën. Zo ben je niet alleen minder bedreigend, maar je krijgt intiemere foto’s omdat je echt in de wereld van het dier zelf bent.

44) Fotografeer je hele kleine diertjes ga dan op de grond zitten of zelfs liggen. Door op dezelfde hoogte als het dier te fotograferen ben je parallel aan het dier en dit zorgt ook voor een mooie en rustige achtergrond. Je hebt het niet altijd voor het zeggen qua achtergrond bij dieren dus dat geeft een groot voordeel.

45) Mocht je grotere dieren fotograferen zoals herten of paarden kun je uiteraard gewoon blijven staan. Ook als een dier zich verder weg bevindt en je maakt gebruik van een telelens kun je blijven staan. Je krijgt door de afstand vanzelf de indruk dat je op ooghoogte staat.

Paarden vind ik prachtige dieren om te fotograferen. Elegant, gevoelig en sterk tegelijk

Sluitertijd en scherpte

46) De meeste dieren zijn erg bewegelijk. Daarbij heb je het niet voor het zeggen wat betreft het licht. Als een dier op een donkere plek zit, dan moet je werken met wat je hebt.

47) Als je dieren fotografeert dan heb je bij snellere beweging het liefst een korte sluitertijd. Al sta je zelf nog zo stil, je hebt wel te maken met een onderwerp dat beweegt. Dieren zijn bewegelijk.

48) Maak opnames achter elkaar. Zet je camera op de continue stand. Zo vergroot je je kans op een scherpe foto van een bewegelijk dier. Ook kan er dan net dat ene “lucky shot” tussen zitten. Denk bijvoorbeeld aan een opvliegende vogel in de vlucht “vangen”.

49) Net als bij mensen geldt ook bij dieren dat de scherpte op de ogen moet liggen (uitzonderingen daargelaten). Ogen worden ook wel eens de spiegels van de ziel genoemd en voor een sprekende foto is het belangrijk dat de ogen, of in ieder geval één oog, perfect scherp zijn.

50) Soms is een dier te klein of te ver weg om goed te focussen op de ogen. Dan stel je scherp op het hoofd van het dier. Als ze nog verder weg zijn dan stel je scherp op het lijf. Dan neem je het grootste vlak, anders kan de camera moeite hebben met scherp stellen.

Een zeearend is erg indrukwekkend om te zien…

Diafragma

51) Om zoals hierboven gezegd een snelle sluitertijd te krijgen lijkt het aantrekkelijk om je diafragma of een zo laag mogelijk F-getal te houden. Dit gebeurt ook vaak, het verschilt ook per lens wat je mogelijkheden zijn voor wat betreft je diafragma. Een groot diafragma (laag f-getal) heeft ook nadelen.

52) Omdat dieren bewegelijk zijn en soms aparte vormen hebben kan het zijn dat een beperkte scherptediepte (bij een laag F-getal) niet het gewenste resultaat geeft. Denk bijvoorbeeld aan een vogel waarbij de volledige snavel buiten de scherptediepte valt.

53) Of bijvoorbeeld een hond of kat waarbij het puntje van de neus onscherp is. In dit geval kies je het liefst voor een middenweg. Bijvoorbeeld een diafragma dat iets kleiner is (hoger f-getal). Dit is ook ervaring. Heb je meer tijd? Gebruik dan verschillende diafragmawaarden.

Flitsen

54) Als je dieren fotografeert dan wil je bij voorkeur de flits vermijden. Het heeft namelijk een paar nadelen. Vooral bij dieren is de kans groot dat er rode ogen ontstaan bij flits. Of in ieder geval fel oplichtende ogen. Vooral bij katten en andere dieren met lichtgevoelige ogen gebeurt dit snel.

55) Daarnaast kunnen dieren erg schrikken van flitslicht. Als ze plotseling fel licht in hun ogen krijgen dan kunnen ze schrikken en meteen weglopen. Of ze kunnen tijdelijk verblind worden wat gevaarlijk kan zijn voor ze.

56) In uitzonderlijke gevallen kun je wel flitsen. Bijvoorbeeld als je dieren binnen fotografeert en je flits tegen de muur of het plafond zodat de dieren het niet recht in hun ogen krijgen. Ook bij het fotograferen van aquariums kun je flits gebruiken. Let op dat je de weerkaatsing niet in de foto ziet door je lens goed tegen het glas te drukken.

Mooie boomkikker door cursist Vera Coudeville

Klein, kleiner, kleinst

Dieren zijn er in alle soorten en maten. Maar als we het echt over kleine dieren gaan hebben zoals kikkers, spinnen en insecten dan komen we in de wondere wereld van de macro fotografie terecht.

58) Grotere dieren spreken mensen vaak meer aan. Maar juist op hele kleine schaal werken kan een hele uitdaging zijn. Je bevindt je in een hele andere wereld en dat vraagt er om dat je echt anders gaat kijken.

59) Voor insecten en andere kleine diertjes geldt ook dat je ze rustig wilt benaderen. Veel insecten zijn erg op hun hoede voor gevaar. Insecten zoals vlinders en libellen schikken snel van onverwachte bewegingen of een schaduw die plotseling over ze heen valt. Zie ook mijn blogs over vlinders en libellen

60) Voor de meeste kleine dieren geldt dat ze de zon nodig hebben om op te warmen. Hagedissen, kikkers en insecten zijn allemaal koudbloedig en afhankelijk van warmte om goed te kunnen bewegen. In de ochtend als het nog niet zo warm is zijn deze diertjes vaak nog erg traag. Dat maakt ze makkelijker te fotograferen.

61) Ga bij voorkeur vroeg in de ochtend op stap als je kleine dieren wilt fotograferen. Omdat ze nog niet zo snel zijn kun je makkelijker met ze werken. Als je gelukt hebt dan zitten er zelfs nog dauwdruppels op de vlinder of libelle wat een extra sprankeling toevoegt aan je foto.

62) Kleine dieren zijn teer en kwetsbaar. De meeste zijn ook bedreigde dieren en worden steeds zeldzamer. Ga dus erg voorzichtig om met deze diertjes. Ga vooral geen dieren oppakken om ze even naar een mooier stukje te verplaatsen, hoe aantrekkelijk het ook lijkt. Dit kan erg schadelijk zijn voor kwetsbare dieren als insecten en kikkers. Daarnaast kunnen sommige dieren giftig zijn of bijten. Niet aankomen dus!

Zorg dat je er klaar voor bent

63) Dieren zitten meestal niet stil en er kan altijd iets onverwachts gebeuren. Onverwachte momenten die je juist heel graag wilt fotograferen. Ga niet afwachten, maar zorg dat je er klaar voor bent zodat je op het juiste moment op de situatie in kunt spelen.

64) Check regelmatig je belichting en pas waar nodig aan. Zo kom je niet voor verrassingen te staan. Nog makkelijker is het als je je camera op een (semi) automatische stand hebt staan. Bijvoorbeeld A of AV waar je wel zelf het diafragma in kunt stellen maar waar de camera de rest voor je doet.

65) Mocht je in de natuur of bijvoorbeeld een dierentuin zijn, en je hebt de mogelijkheid, neem dan bij voorkeur twee camera’s mee. En dan met lenzen met verschillende afstanden. Als er dan plotseling vlakbij iets gebeurd dan kun je de andere camera pakken. Zo voorkom je dat je eerst je lens moet wisselen waardoor je het moment compleet mist.

66) Blijf alert en kijk goed om je heen. Met dieren werken is altijd spannend en er kan altijd iets onverwachts gebeuren. Dat je bijvoorbeeld in het bos loopt en dat er ineens een hert voor je neus staat. Of dat er ineens een vogel vlak voor je gaat zitten. Let dus ondertussen goed op de omgeving.

67) Leer het gedrag van dieren kennen. Als je ervaring op doet dan wordt het steeds makkelijker om bepaald gedrag te voorspellen. Bijvoorbeeld wanneer een hond of kat gaat geeuwen of wanneer een vogel op het punt staat zijn vleugels uit te slaan. Maak gebruik van deze momenten.

In de dierentuin…

Tralies, glas en andere barrières

68) Als je bijvoorbeeld in een dierentuin fotografeert, krijg je veel te maken met tralies en glas. Maar ook als je bijvoorbeeld thuis je vogel in zijn kooi wilt fotograferen of je vissen in het aquarium.

69) Als je door tralies of gaas heen wilt fotograferen is het belangrijk dat je zo dicht mogelijk bij het hek gaat staan. Het liefst druk je je lens tegen het hek of de tralies aan. Zit er een zonnekap op je lens, haal deze er dan af om nóg dichterbij te komen.

70) Als je kiest voor een groot diafragma, dus een klein F-getal, dan is de scherptediepte beperkt. Dit zorgt er voor dat de tralies vaak nét buiten je scherptediepte vallen. Op deze manier vallen de tralies als het ware helemaal weg en zie je ze dus niet meer terug op de foto.

71) Let wel op dat je goed tussen de tralies door mikt met scherpstellen. Anders kan er alsnog een rare zweem over de foto komen door een onduidelijke tralie. Of de camera heeft moeite met scherpstellen doordat er een tralie in de weg zit. Lukt het niet om goed te mikken, probeer dan handmatig scherp te stellen.

72) Door glas heen fotograferen kan een flinke uitdaging zijn. Het glas kan vies zijn en je hebt vaak last van storende reflectie. Hier kun je hetzelfde trucje toepassen met de tralies door je diafragma op een laag F-getal in te stellen zodat de meeste storende elementen buiten de scherptediepte vallen.

73) Ook nu is het goed om je lens zo dicht mogelijk tegen het glas aan te drukken. Nu vooral om storende reflecties en licht van de zijkant te voorkomen. Lukt het niet helemaal dan kun je het wat afschermen met je hand of je vraagt of iemand je even helpt door bijvoorbeeld voor een lamp te gaan staan die je anders in het glas zou zien. Je kan ook een rubberen zonnekap gebruiken (te bestellen via bijvoorbeeld ebay of Ali Express). Die druk je tegen het glas aan en die sluit dan toch nog goed af. Een normale zonnekap geeft een kier als je de hoek verandert.

Mooie groepsfoto door cursist Lysan van Arkel

Locatie

74) Er zijn verschillende plekken waar je dieren kunt fotograferen en iedere plek heeft weer zijn eigen voordelen en nadelen. Hoe zoek je een geschikte locatie?

75) Vraag jezelf eerst af wat voor dieren je het liefst zou willen fotograferen. Dan kun je gericht gaan zoeken naar een plek. Je kunt bijvoorbeeld op internet zoeken door een bepaald dier op te zoeken via google of bijvoorbeeld via de website www.waarneming.nl als het om wilde dieren gaat.

76) Huisdieren kun je zowel binnen als buiten fotograferen. Dan kun je zelf een mooie locatie uitzoeken. Dit geldt hetzelfde voor paarden. Zoek in de buurt bijvoorbeeld een mooi veld bloemen of ga naar het strand. Zie ook mijn blog over paarden fotograferen.

77) Het loont de moeite om in je eigen buurt rond te gaan kijken. Zoek bijvoorbeeld naar een kinderboerderij of hertenkamp. Voordeel is ook dat je hier vaker terug kunt keren en de dieren aan je kan laten wennen.

78) Hetzelfde geldt voor een park waar de “wilde” dieren relatief mak zijn omdat ze gewend zijn aan mensen. Ook dit is een plek om regelmatig terug te komen. Iedere keer is weer anders en de dieren zitten vaak op een andere plek. Ga net zo vaak terug tot je tevreden bent met de compositie en achtergrond van de foto.

79) Ga je verder weg de natuur in doe dan eerst wat onderzoek naar het gebied waar je naartoe gaat. Als er een bezoekerscentrum is dan is het verstandig om daar eerst langs te gaan. Meestal kun je daar een plattegrond van het gebied kopen of misschien een vrijwilliger of boswachter spreken om informatie in te winnen.

In de natuur

80) Als je de natuur in gaat kun je je kansen om dieren te zien vergroten door zin min mogelijk op te vallen. Gebruik absoluut geen luchtjes als parfum en zelfs geen creme of deodorant. Veel dieren hebben een uitstekend reukvermogen en als je onraad ruiken gaan ze weg. Als het kan zorg dan dat je zo veel mogelijk tegen de wind in loopt om luchtjes te verbloemen.

81) Praat zacht en beweeg je zo kalm mogelijk. Maar geen onverwachte bewegingen door bijvoorbeeld te wijzen. Hou je armen zo veel mogelijk langs je lijf. Als je iets ziet til dan rustig je camera op. Zet je telefoon op stil of, nog liever, uit!

82) Draag kleding met gedekte kleuren, geen felle kleuren of glimmende dingen. Gebruik het liefst kleuren als zwart, bruin, groen en donkergrijs. Kleed je in laagjes en tegen kou en regen. Draag stevige (wandel)schoenen.

83) Let op voor teken! Draag bij voorkeur een lange broek en stop je broek eventueel in je sokken om de kans te verkleinen dat teken in je broek kunnen kruipen. Gebruik eventueel deet en neem een tekenpen mee om een teek ter plekke te verwijderen. Als je thuis komt check jezelf dan altijd op teken. Zelf gebruik ik inmiddels ook vaak teekwerende kleding voor de zekerheid.

84) Check je camera voordat je de deur uit gaat. Zorg dat de accu vol is en je geheugenkaartje zo veel mogelijk leeg zodat je onbezorgd kunt “schieten” als je iets bijzonders ziet. Neem altijd een reserve accu en geheugenkaartje mee. Vooral als het koud is kan je accu snel leeglopen. Bewaar hem op een warme plaats zoals je broekzak.

85) Neem een hoes of plastic tas mee om je camera te beschermen als het gaat regenen. Neem eventueel een vuilniszak mee om op te zitten maar let wel op dat je niet te veel herrie maakt zodat dieren er van schrikken. Ook het glimmen van een vuilniszak kan afschrikken dus gebruik hem liever niet als het niet nodig is.

86) Dieren fotograferen betekent vaak uren wachten. Neem daarom voldoende eten en (warm) drinken mee zodat je een tijdje voort kunt.

Een slecht huwelijk komt ook bij dieren voor… 😉

Gedragsregels

87) Hou je aan de regels als je gaat fotograferen in de natuur. Buiten de opgestelde regels zijn er ook nog gedragsregels. Zorg dat je de natuur altijd respecteert en het belang van de natuur voorop stelt en niet het maken van een perfecte foto.

88) Fotografeer absoluut geen nesten! Dit kan vogels ernstig verstoren. Raak jonge dieren nooit zomaar aan tenzij ze echt in nood verkeren. Maar dit betekent absoluut niet dat ze verlaten zijn. Meestal is een van de ouders vlakbij.

Vaak worden jonge dieren zoals hertjes alleen gelaten omdat de moeder geen roofdieren wil aantrekken.

89) Raak jonge dieren nooit zomaar aan omdat jouw geur aan het diertje blijft hangen waardoor de kans groot is dat de ouders het diertje af gaan stoten. Ook dieren als kikkers, vlinders, hagedissen enz. zijn erg kwetsbaar. Raak ze niet aan om even op een mooi plekje te zetten. Tenzij ze uiteraard in gevaar verkeren. Als ze bijvoorbeeld midden op de weg of op het pad zitten kun je ze een duwtje geven naar een veiligere plek.

90) Sommige gebieden zijn afgesloten voor publiek. Dit is niet zomaar. Meestal gaat het om kwetsbare gebieden of rustgebieden voor dieren. Vooral in het voorjaar worden sommige gebieden tijdelijk afgesloten omdat er vogels broeden. In vele gebieden moet je op de paden blijven. Hou je aan deze regels!

91) Maak niks kapot. Een klein takje uit de weg halen is geen probleem maar ga absoluut geen hele struiken uit de weg ruimen om een beter zicht te krijgen.

Het sleutelwoord: geduld

Het allerbelangrijkste bij het fotograferen van dieren is geduld hebben. Dieren laten zich niet of nauwelijks sturen dus je moet echt wachten op het moment dat ze mooi in beeld zijn of bepaald gedrag vertonen dat je graag wilt fotograferen.

93) Hou er rekening mee dat het meerdere fotosessies kan duren voordat je de foto’s hebt gemaakt die je graag wilt hebben. Zeker met wilde dieren zal je ook wel eens teleurgesteld worden en meer dan eens met niks naar huis gaan.

94) Je kan alles nog zo goed plannen en tot op zekere hoogte gedrag voorspellen, maar dieren blijven onberekenbaar. Je hebt dus een flinke dosis doorzettingsvermogen nodig en een dosis geluk. Heb geduld en probeer het gewoon nog een keer. Het zal zeker de moeite waard zijn!


Ontvang nu gratis het boek De 10 Bouwstenen van Betere Fotografie & Ontdek de Creatieve Lens

Gratis Ebook fotografie tips

Gratis Boek Downloaden >>(klik op het geel) 

  • In deze 10 onmisbare stappen naar betere fotografie
  • Duidelijke uitleg met inspirerende voorbeeldfoto’s
  • 50+ pagina’s waardevolle tips
  • Incl. E-book “Ontdek de Creatieve Lens”, nr. 1 aanrader (betaalbaar & geen verkoop van apparatuur)
  • Sfeervolle voorbeeldfoto’s van cursisten, met deze lens gemaakt
  • Ontvang gratis persoonlijk aankoopadvies op maat: 100% onafhankelijk

Wil jij je echt goed en snel ontwikkelen?

Volg mijn VIP Begeleidingsprogramma >>. Toegang tot alle Videocursussen met stap-voor-stap-uitleg, cursus Landschapsfotografie: Licht, Compositie & Controle en een cursus Kustfotografie: Stroming & Verstilling met unieke Real-time Praktijkvideo’s (100% meekijken met mijn camera), Maandelijkse Inspiratie-opdracht, Maandelijkse Fotofeedback Video’s, deel foto’s met elkaar in de dagelijks actieve Kijk & Zie Community. Nu met extra Videocursussen.

Persoonlijk begeleidingstraject Fotografie


Bekijk ook deze artikelen over dierenfotografie

Over de schrijver
Joris Dijkema (1983) is de eigenaar en fotografiedocent van Kijk & Zie Fotoschool. Ook is hij de auteur van het gratis E-book De 10 Bouwstenen van Betere Fotografie dat door meer dan 100.000 mensen is gedownload. Joris houdt zich fulltime bezig om mensen te leren fotograferen.Joris is een gevoelsmens. Met zijn beelden brengt hij over wat hem raakt. Van nature is Joris geen technische man. Joris begrijpt daardoor goed wat mensen moeilijk vinden en weet door jarenlange ervaring hoe hij fotografie duidelijk uitlegt, in heldere taal en met inspirerende beelden.In (inter)nationale fotowedstrijden won Joris diverse prijzen & nominaties.
Laetitia
Door

Laetitia

op 30 Aug 2020

Hoi Joris, ik lees vaak jouw artikelen op Frank Wandelt en Kijken zie fotoshoot en je tips zijn ontzettend waardevol, ik lees ze vaak opnieuw even door. Nu mijn vraag: ik heb een NIkon D5600 met de Nikkor 18-105 mm objectief. Ik merk dat ik bereik mis met deze lens ik denk er al lang over om de Tamron 18-400 mm aan te schaffen. Mijn doel is natuurfotografie in de breedste zin van het woord: landschappen, zonsondergang, heide met mistbanken maar ook wild zoals edelherten en zwijnen. Ik heb veel goede reviews gelezen over dit objectief, waaronder die van jou. Maar aan de andere kant wordt zo’n telezoom ook afgeraden omdat het door het grote bereik altijd kwaliteit inlevert. Wat is jouw mening hierover? Is dit objectief toch een goede optie voor een amateur fotograaf om wild te fotograferen, zonder met een statief en telelens op pad te hoeven?Dank alvast voor het delen van jouw kennis!

Joris-Dijkema
Door

Joris-Dijkema

op 03 Sep 2020

Hi Laetitia, een wat latere reactie dan normaal! Mijn cursisten zijn tevreden met de Tamron 18-400mm. Hij is een unieke lens en met hoge prijs/kwaliteitverhouding.

Reactie plaatsen