Uilen fotograferen: 60 Tips

Uilen worden al jaren als bijzondere dieren gezien. Zo staan ze symbool voor wijsheid. En het feit dat de meeste uilen een vrij verborgen leven leiden en vooral in de nacht actief zijn geeft ze iets mysterieus. Niet alle uilen leven zo verborgen. Met een beetje kennis zijn ze prima te vinden en relatief makkelijk te fotograferen. Welke uilen zijn er in Nederland en hoe vind je ze? En hoe zie je aan de ogen op welke tijd van de dag ze het liefste jagen? Ontdek in deze blog meer over deze prachtige vogels.

Voor je verder leest raad ik je aan om Gratis de 10 Bouwstenen van Betere Fotografie te  Downloaden >> (klik op het geel). Ontdek de 10 onmisbare stappen voor betere (natuur)fotografie. Ontvang ook gratis het Bonus E-book Ontdek de Creatieve Lens (je maakt er prachtige creatieve onscherpe achtergronden mee; géén verkoop van lenzen), tips over camera-instellingen en boordevol inspirerende voorbeeldfoto’s met duidelijke uitleg.

Uilen fotograferen: alvast korte tips op een rij

  • Uilen leven niet alleen s’nachts. Ook overdag kun je uilen zien en fotograferen
  • Sporen als braakballen kunnen je helpen om uilen te vinden
  • Veel uilen leven in de buurt van mensen zoals op boerderijen en in stadsparken
  • Flits liever niet want dit kan de uil (tijdelijk) verblinden
  • Je kunt aan de kleur ogen zien of een uil overdag, in de schemering of ’s nachts jaagt
  • Gebruik je auto als rijdende schuilhut om soorten als velduil en steenuil te fotograferen

Inhoud

Steenuilen jong

Niet alleen ’s nachts

1) Er komen in Nederland 6 soorten uilen voor als broedvogel. Later vertel ik meer over deze soorten. Niet alle soorten zijn ’s nachts actief en het is ook niet zo dat je uilen alleen maar in het donker kunt zien. Overdag zijn er genoeg mogelijkheden om uilen te zien en te fotograferen.

2) Je kunt aan de kleur van de ogen zien wanneer een soort het liefste jaagt. Zo zijn uilen met gele ogen vooral overdag actief. Als de uil oranje ogen heeft dan zijn ze later op de dag en in de schemering actief. En tot slot hebben uilen met donkere (zwarte) ogen de voorkeur voor complete duisternis.

3) Er zijn dus een paar soorten die ook overdag actief zijn. Ook de soorten die in de schemering en nacht jagen zijn vaak wel te vinden overdag. Ze zitten dan meestal op hun roestplek (slaapplek) te slapen. Dit is een prima kans om foto’s te maken.

Door de lucht…!

Uilen overdag fotograferen

4) Fotografeer je de uilen overdag hou er dan rekening mee dat je de foto vaak moet overbelichten omdat je tegen de lucht in fotografeert (anders wordt de uil te donker). Ze zitten namelijk vaak wat hoger in de boom. Dit geldt vooral voor de soorten die overdag slapen. Ze zijn meestal niet schuw en goed te benaderen.

5) Voor de soorten die overdag wél actief zijn geldt dat je graag een snellere sluitertijd hebt. Reken op een sluitertijd van minimaal 1/500s als ze actief zijn. Zeker als je foto’s in de vlucht maakt heb je wel een snelle sluitertijd nodig.

6) Uilen hebben net als roofvogels ontzettend goede ogen. Ze zien iedere beweging. Daarom kan het verstandig zijn om gebruik te maken van camouflage. Fotografeer bijvoorbeeld vanuit de auto of vanuit een schuiltentje.

Uilen in de avond en nacht fotograferen

7) In de schemering kan het nog redelijk te doen zijn om uilen te fotograferen. Vooral als ze stil zitten. Als ze vliegen wordt het al lastiger. Zorg voor een laag F-getal en een hoge ISO om toch nog een acceptabele sluitertijd over te houden.

8) Veel mensen hebben de neiging om te gaan flitsen als er niet voldoende licht meer is. Het is op lange termijn niet schadelijk, maar omdat uilen zeer lichtgevoelige ogen hebben is het felle licht van een flitser wel erg vervelend voor ze en ze kunnen een tijd lang verblind zijn waardoor ze niet kunnen jagen. Gebruik dus liever geen flits als je uilen fotografeert!

Steenuilen jong

Let op sporen

9) Een van de manieren om uilen te ontdekken is door te kijken naar sporen. Op hun favoriete zitplekjes zijn vaak wel poepsporen te zien. Maar er iets is waardoor je een uil nog makkelijker kan ontdekken, namelijk braakballen.

10) Uilen slikken hun prooi in zijn geheel in. Afhankelijk van het formaat van de uil kan het gaan om muizen, (kleine) vogels, kikkers en kevers. Sommige delen zijn niet te verteren. Denk aan haren, keverschildjes en botjes. De uil “spuugt” deze delen uit in de vorm van een braakbal.

11) Als er veel braakballen liggen dan is dit vaak een vaste plek van een uil. Het is dan zeker de moeite waard om even te zoeken in de buurt. De inhoud van de braakbal kan je veel vertellen over het voedsel van de betreffende soort. Je kunt de braakballen meenemen en uitpluizen.

12) Tot slot kun je opletten of er nestkasten hangen. Zo worden er vaak langwerpige nestkasten in de boom gehangen op een boerenerf of in een boomgaard. Dit zijn nestkasten voor steenuilen. Als je een kast ziet, kijk dan vooral goed rond of je een uiltje kunt ontdekken.

13) Steenuilen zitten ook vaak buiten hun kast overdag. Andere soorten zitten meestal binnen. Soms zitten ze in de opening. Kerkuilen kunnen af en toe buiten de kast in een schuur zitten. Het kan de moeite lonen om te posten bij een nestkast om te zien of er een uil naar buiten komt. Vooral als er jongen zijn die kunnen uitvliegen.

Foto Ramona Falkenreck

Bosuil

14) De bosuil is, op de oehoe na, onze grootste uilensoort. Het is ook een van de meest “aaibare” uilen die we hebben. Ze hebben een rond kopje en ze zitten vaak heerlijk tevreden te soezen in een boom. Ze zijn goed te benaderen en maken zich nauwelijks druk over wat er om hun heen gebeurd.

15) De bosuil is de meest algemene uilensoort in ons land. Ze leven in loof- en gemengd bos, stadsparken, groene woonwijken en grote (binnen) tuinen. Een van de redenen voor hun succes is dat ze absoluut niet kieskeurig zijn met hun voedsel. Denk aan muizen, vogels, kikkers, jonge konijnen en zelfs regenwormen.

16) De bosuil is een vrij grote vogel. Ongeveer net zo groot als een kraai. Net als bij alle roofvogels en uilen is het vrouwtje groter dan het mannetje. Verder is er geen uiterlijk verschil tussen de twee geslachten. Bosuilen zijn er in verschillende kleurvarianten. Van grijs tot roestbruin en donkerbruin.

17) Als echte standvogel blijft de bosuil het hele jaar in zijn territorium. Als het echt volledig donker is dan kun je de bosuilen vaak horen roepen. Het mannetje en vrouwtje hebben beide een verschillende roep. Vooral de roep van het mannetje klinkt nogal spookachtig en wordt vaak gebruikt in enge films. Vooral in de paartijd zijn ze vaak te horen. Deze begint erg vroeg. Soms al in december.

 18) Als je dus eenmaal een plek gevonden hebt waarvan je weet dat er bosuilen zitten kun je hier altijd terugkeren. Ze hebben vaak hun eigen slaapplekjes, ook wel roestplek genoemd. Hier zijn ze bijna altijd wel te vinden. Om een roestplek te vinden is het vooral goed zoeken in boomholtes. Ze hebben een vrij goede schutkleur.

19) Je kunt een slapende bosuil gemakkelijk fotograferen. Ze zijn niet schuw dus je kunt meestal alle tijd nemen. Klein nadeel is dat er verder niet zo veel gebeurd. Het wordt interessanter als er jongen zijn. Vanaf eind maart tot begin juni kun je jonge bosuilen vinden. Bosuilen broeden vaak in een boomholte, maar maken ook gebruik van speciale nestkasten.

20) Jongen bosuilen zijn grote schattige pluizebollen die vaak erg nieuwsgierig zijn naar hun omgeving. Nog voordat ze kunnen vliegen klauteren ze door de takken. Ze worden ook wel takkelingen genoemd. Ook als ze op de grond belanden kunnen ze gemakkelijk weer omhoog klauteren.

21) Jonge bosuilen zijn absoluut niet schuw, maar kom niet té dichtbij. De ouders zijn altijd in de buurt en kunnen je aanvallen als je té dichtbij komt. Op websites als waarneming.nl kun je zien waar er (jonge) bosuilen zitten. Vaak dichterbij dan je denkt. Ze zitten zelfs in menig stadspark.

Foto Ramona Falkenreck

Ransuil

22) De ransuil is iets kleiner en slanker dan de bosuil. Wat meteen opvalt zijn de mooie oorpluimen boven op het hoofd. In rust kunnen ze iets naar beneden hangen en als de ransuil alert is staan ze helemaal rechtop.

23) De vleugels van de ransuil zijn bruingrijs gemarmerd. De borst is licht oranje/geel met donkerdere verticale strepen. Het verenpak lijkt een beetje op boomschors ze zo zijn ze uitstekend gecamoufleerd. Ze hebben een mooie krans van kleine veertjes rondom hun gezicht en opvallende fel oranje ogen.

24) Ransuilen zijn vooral in de winterperiode goed te zien. Ze komen dan bij elkaar op zogenaamde roestplekken. Ze slapen overdag met meerdere uilen in een of meerdere bomen bij elkaar in de buurt. Soms zitten er wel meer dan 10 uilen bij elkaar. Zo zijn ze overdag goed te zien en te fotograferen. Ze kunnen in parken zitten en zelfs in woonwijken.

25) Als je eenmaal een roestplek van ransuilen hebt gevonden dan kun je er jaren terugkeren. Tenzij ze verstoord worden blijven ze vaak op dezelfde roestplek terugkomen ieder jaar. Ook ransuilen zijn vrij rustig en goed te benaderen. Let wel op hun lichaamstaal. Als ze wakker zijn en alert met hun “oortjes” omhoog zitten kan het zijn dat je te dichtbij komt.

26) In de broedtijd kun je ransuilen ook in de vroege schemering of in uitzonderlijke gevallen zelfs overdag zien jagen. Als je geluk hebt vindt je jonge ransuilen die je overdag makkelijk kunt fotograferen. Maar ransuilen leven, buiten de winter, een vrij verborgen leven.

Foto Ramona Falkenreck

Kerkuil

27) Als je een spookachtige witte schim in de nacht ziet dan is de kans groot dat het een kerkuil is. De kerkuil leeft het meest verborgen van alle uilen. Dat maakt hem wat mysterieus. Maar met zijn overwegend witte verenkleed en mooie hartvormige gezichtssluier is het een prachtige verschijning.

28) Kerkuilen zijn vaak te vinden bij boerderijen. De boer hangt vaak een nestkast op en de uilen houden de muizenstand laag. Als je veel geluk hebt kun je de kerkuil overdag buiten de nestkast op de houten balken in de schuur zien rusten. Ze zijn erg trouw aan hun broedplek.

29) Tijdens de broedtijd van begin maart tot in september kun je met een beetje geluk de kerkuil nog tijdens de schemering zien jagen. Dan zou je eventueel nog foto’s kunnen maken met een hoge ISO-waarde.

30) Een andere optie is om gebruik te maken van een (niet al te sterkte) lamp en die op een populaire zitplaats richten. Je kan beginnen met heel zacht licht en het steeds ietsje feller te laten worden om de kerkuil, en dan met name zijn ogen, te laten wennen. Flits liever niet. Dit kan erg vervelend zijn voor de kerkuil.

De velduil

31) Zijn mooie gele ogen verraden dat de velduil het liefst overdag jaagt. De velduil lijkt iets op de ransuil, alleen hij heeft een ronder gezicht en kleinere oorpluimen. Daarnaast vallen de felle gele ogen op. Hij heeft ook een gezichtssluier van kleine veertjes en is iets lichter van kleur. Zoals de naam al zegt verblijven ze het liefst op open terrein.

32) De velduil is een bescheiden en vrij schuwe vogel. Als broedvogel heeft hij het moeilijk in ons land. Er zijn maar een paar plekken waar ze broeden. Onder andere op de Waddeneilanden. Qua prooien is de velduil best kieskeurig en dat maakt hem vrij kwetsbaar en zeldzaam in ons land.

33) De meeste kans om velduilen te zien is tijdens de trektijd en in de winter. Dan komen er meerdere uilen vanuit het noordoosten. De velduil trekt voortdurend rond, maar als hij een voedselrijke plek heeft gevonden dan kan hij daar een tijd blijven hangen.

34) Je kunt de velduil het beste fotograferen vanuit de auto. Deze werkt dan als mobiele schuilhut. Zoals de naam al zegt zitten ze vaak in het veld. Maar het mooiste is op een paal met prooi of al zwevend laag over de grond in de vlucht.

Hij zit als een baasje… en houdt de lens in de gaten

De steenuil

35) Dit grappige brutaal kijkende uiltje is onze kleinste uilensoort. Hij heeft een rond kopje en fel gele ogen. Steenuiltjes zijn erg trouw aan hun eigen territorium. Favoriet zijn boerenerven, boomgaarden en cultuurlandschappen. Liefs een beetje rommelig zodat ze prooien als muizen, regenwormen en grote kevers makkelijk kunnen vinden.

36) Vaak hangen de bewoners van de boerderij een nestkast op die geschikt is voor steenuilen. Een steenuilenkast is langwerpig. Hij heeft aan de voorkant een ingang en loopt lang door naar achteren. Meestal worden ze in een boom opgehangen, of op een grote tak bevestigd.

37) Als je eenmaal zo een nestkast hebt gevonden dan loont het de moeite om goed de omgeving af te speuren. Soms zitten de steenuiltjes op of rond de nestkast. Of in een boom in de buurt. Vooral knotwilgen zijn geliefd. Als het een mooie winterdag is zitten ze vaak in het zonnetje te soezen.

38) Steenuiltjes zijn erg trouw aan hun eigen plek dus als je eenmaal een paartje hebt gevonden dan kun je vaak terug gaan. Het helpt om ze eerst een tijd lang, van afstand, te observeren. Zo leer je hun gewoontes en favoriete plekjes kennen. Ze jagen meestal vanaf vaste uitkijkposten. Door deze te kennen maak je het makkelijker om ze te fotograferen.

39) Als je eenmaal de gewoontes van de uiltjes kent kun je een plan van aanpak maken. Je kunt hier goed gebruik maken van de auto. Vanuit de auto fotograferen komt meestal minder bedreigend over. Ga stapje voor stapje dichterbij met de auto en let de hele tijd goed op het gedrag van de uiltjes.

40) Steenuiltjes zijn vrij kwetsbaar als soort. Vooral ook omdat ze in hun eigen gebied blijven. Je wilt ze dus zo min mogelijk verstoren. Als je uiltjes alert stil blijven zitten of als ze helemaal niet naar hun vaste plekje komen dan ben je waarschijnlijk te dichtbij. Behandel ze met respect en ga dan een stuk achteruit of probeer het een andere keer.

Steenuil gaat landen… 😉

41) Een andere optie is het plaatsen van een mobiel schuiltentje. Doe dit niet meteen te dichtbij, maar eerst van een afstandje om de uiltjes te laten wennen. Je kunt het vragen aan de beheerder of eigenaar van het stuk land. Let bij het plaatsen goed op de achtergrond en waar het licht vandaan komt.

42) In de loop van de winter begint de paartijd of baltstijd. De uiltjes zijn dan erg vocaal. Als je een plek vermoedt waar steenuilen zitten kun je dus in deze periode eens op een aantal plekken gaan staan als het donker is en luisteren. De roep klinkt als kiew-kiew-kiew. Het is onder andere te beluisteren bij de vogelbescherming

43) Vanaf eind mei/ begin juni worden de jongen geboren. Vanaf die periode zullen de ouders ook actiever zijn met het jagen en ook steeds vaker echt overdag actief zijn. Dit is dus een goede periode om de steenuiltjes vaak te zien en ook verschillende soorten gedrag te fotograferen.

44) Na ongeveer een maand, zo rond eind juni/ begin juli vliegen de jongen uit. Hoewel, vliegen… meestal brengen ze de eerste dagen vooral op de grond door en zijn ze nog niet zo handig met hun vleugels uitslaan.

45) Dit is een hele leuke periode waarin je de jongen kunt volgen. Ze zijn meestal nog niet zo schuw en ze komen relatief dichtbij. Deze kleine pluizenbollen worden nog vaak door de ouders gevoerd en gaan op een gegeven moment natuurlijk stapje voor stapje zelf leren jagen. Allemaal prachtige momenten om te fotograferen.

46) Als je er tijd en energie in steekt dan raken de uiltjes steeds meer vertrouwd met je en kun je een hele levenscyclus volgen van dichtbij. Maar niet té dichtbij. Zorg altijd dat je de uiltjes niet verstoort. Anders is de kans groot dat ze vertrekken.

De oehoe

47) De Europese oehoe is onze grootste uil en ook meteen een van de grootste uilen ter wereld. Hij is ongeveer twee keer zo groot als een ransuil. De oehoe is nog steeds vrij zeldzaam in Nederland. Er leven nu ongeveer 20 broedparen.

48) De oehoe is een opportunist en niet kieskeurig. Door zijn formaat kan hij ook grote prooien vangen. Denk aan konijnen, hazen, andere uilen en soms zelfs een vos. De oehoe komt vooral in het zuiden van het land voor.

49) Rond februari/maart worden de eieren gelegd en ruim een maand later komen ze uit. Ze maken hun nest het liefst op richels. Daarom komt hij vooral in steengroeves voor. Pas ruim twee maanden nadat de jongen uit het ei gekomen zijn kunnen ze vliegen.

50) Omdat ze erg schuw en kwetsbaar zijn is het lastig om de oehoe in Nederland te fotograferen. Heel af en toe gebeurd het dat er een oehoe ontsnapt of dat er een verdwaald jong opduikt in een bebouwde omgeving. Dat vergroot de kansen. Anders kun je het beste naar Duitsland als je de oehoe van dichterbij wilt zien en fotograferen.

Uilenwerkgroep

51) Als je graag uilen wilt zien kan het ook een goed idee zijn om lid te worden van een uilenwerkgroep. Er zijn uilenwerkgroepen voor verschillende soorten uilen en in verschillende delen van het land. Vaak zit er wel eentje in de buurt. Zo help je ook mee om de populatie in stand te houden.

52) Een uilenwerkgroep is bedoeld om uilen te beschermen. Dit doen ze ook vooral door ze te observeren en alles bij te houden. Bijvoorbeeld de plekken waar ze zitten, of er voldoende voedsel aanwezig is en hoe veel jongen ze grootbrengen.

53) Als je lid wordt van een uilenwerkgroep dan steun je het goede werk wat ze doen om verschillende soorten in stand te houden. Een van de manieren waarop dat gebeurd is door het controleren van nestkasten en het ringen van jonge uilen.

54) Als je het vraagt mag je, als je geluk hebt, misschien wel een keer mee met het ringen van de jongen. Dit geeft een unieke kans om de jongen, zonder al te veel extra verstoring, van dichtbij te zien en te fotograferen.

Kijkhutten/schuilhutten

55) Sinds een paar jaar zijn er steeds meer privé schuilhutten te huur om uilen te fotograferen. Deze, meestal vaste, huisjes staan er langere tijd en op een plek waar zeker uilen zitten. De uilen zijn dan ook vaak helemaal gewend aan de schuilhut.

56) Op die manier kun je ze zonder verstoring en in alle rust fotograferen. Soms wordt er ook gevoerd om de uilen naar een bepaalde plek te lokken. Denk aan muizen en bijvoorbeeld regenwormen. De uilen komen, zeker als er jongen zijn, graag een gratis maaltje meepikken.

57) De setting is helemaal ingericht voor de uilen. Er staan vaak ook leuke attributen die meer sfeer geven aan de foto’s. Denk aan oude melkkannen, emmers en paaltjes. Helemaal afgestemd op de setting van een boerenerf, hun natuurlijk leefomgeving.

58) De uilen die zich het beste laten lenen voor schuilhutfotografie zijn de kerkuil en de steenuil. Dit omdat beide uilen erg trouw zijn aan hun eigen territorium en vaak in de buurt van mensen voorkomen. Het is ook vaak de eigenaar van het terrein zelf die een schuilhut neerzet en verhuurt.

59) De steenuilen worden in de ochtend of avond gefotografeerd en de kerkuil als het echt donker is. Om toch goede foto’s te kunnen maken staat er een lamp op de setting gericht. Er is vaak weken of maanden over gedaan om het licht steeds iets te versterken waardoor de uilen er helemaal aan gewend zijn.

60) Er zijn verschillende schuilhutten op verschillende plekken in het land. De prijs en het aantal personen per schuilhut varieert. Een van de bekendste voor zowel steenuilen als kerkuilen is: https://noctuanaturehides.nl/ Maar er zijn er meer en vast ook wel bij jou in de buurt.


Ontvang nu gratis het boek De 10 Bouwstenen van Betere Fotografie & Ontdek de Creatieve Lens

Gratis Boek De 10 Bouwstenen van Betere Fotografie Downloaden >> (klik op het geel) 

  • In deze 10 onmisbare stappen naar betere fotografie
  • Ontdek de Creatieve Lens prachtige, creatieve onscherpe achtergronden (géén verkoop van apparatuur)
  • Duidelijke uitleg met inspirerende voorbeeldfoto’s
  • 50+ pagina’s waardevolle tips
  • Sfeervolle voorbeeldfoto’s van cursisten, met deze lens gemaakt
  • Ontvang gratis persoonlijk aankoopadvies op maat: 100% onafhankelijk

Wil jij je echt goed en snel ontwikkelen?

Volg mijn VIP Begeleidingsprogramma >>. Toegang tot alle Videocursussen met stap-voor-stap-uitleg, cursus Landschapsfotografie: Licht, Compositie & Controle en een cursus Kustfotografie: Stroming & Verstilling met unieke Real-time Praktijkvideo’s (100% meekijken met mijn camera), Maandelijkse Inspiratie-opdracht, Maandelijkse Fotofeedback Video’s, deel foto’s met elkaar in de dagelijks actieve Kijk & Zie Community. Nu met extra Videocursussen.